Herken jij deze 4 veelgemaakte beginnersfouten?

Dit blogartikel is wel van toepassing op de Meetinstructies – versie 2016.
Dit blogartikel is wel van toepassing op de Meetinstructies – versie 2018.
Dit blogartikel is wel van toepassing op de NEN2580:2007/C1:2008.

Je bent bezig als inmeter, of je wil dat gaan doen. Je bent je aan het bekwamen in de ins en outs van het meten. Dat gaat soms met vallen en opstaan, toch?

Tijdens de cursus NEN 2580 (meetinstructies) is een belangrijk onderdeel het berekenen van enkele woningen. Dit is de plek waar gevallen wordt en waar ik je als trainer ook weer op je stoel terugzet. Hier blijkt vaak: Ook al heers je de theorie, dit omzetten in de praktijk vraagt nog wat vaardigheden. Ik geef je de 4 meest gemaakte fouten.

Het berekenen van een woning is een activiteit die onder tijdsdruk staat vanwege de kleine omzet die erop zit. Het is dus zaak dat je een woning vlot uitrekent. En er niet 3x zo lang over gaat doen, omdat je beginnersfouten aan het maken bent. Je wilt toch niet ’s avonds nog aan het rekenen zijn, terwijl je ook naast je geliefde op de bank had kunnen zitten? Daarnaast kan een rekenfout je veel heisa bezorgen als hierdoor de verkoopprijs van een woning niet klopt.

berekening-nen-2580

Fout 1: Rekenen in centimeters

Beginnende rekenaars denken vaak nog in centimeters en zetten hun berekeningen dan ook hierin op. Iedere verdiepingsvloer krijgt hierdoor een astronomisch getal. Waarbij je ieder besef van hoeveelheid verliest. En dat is niet altijd handig.

560 x 620 = 347.200 cm2

De inhoud van een bouwlaag krijgt zelfs een getal wat bij de Staatloterij nog niet is uitgekeerd.
560 x 620 = 347200 x 300 = 104.160.000 cm3

Op zich niet erg, als het omzetten naar vierkante en kubieke meters probleemloos zou gaan.

Maak het jezelf dus niet onnodig moeilijk. Schrijf op je schets van de bouwlaag de afmetingen direct al in meters. En reken de oppervlakten en inhoud vervolgens uit met deze meters.

5,60 x 6,20 = 34,72 m2
5,60 x 6,20 = 34,72 x 3,00 = 104,16 m3

Fout 2: De meters uitrekenen per ruimte

De schets van de bouwlaag is vaak ingemeten per ruimte. Als beginner reken je dan ook vaak de gebruiksoppervlakte uit per ruimte. Daarnaast zal hij dan ook nog de oppervlakte onder de binnenwanden moeten uitrekenen. Dat is een veel te tijdrovende taak, met kans op fouten.

fout-1-nen2580

Reken dus van buitengevel naar buitengevel. Laat je niet afleiden door de indeling van de bouwlaag.

Fout 3: Niet de berekeningen volledig uitschrijven

Berekeningen worden het liefst opgeschreven als einduitkomst. Hoe je er aan bent gekomen is dan vaak een raadsel.

Waarom is het uitschrijven belangrijk? Je kunt dan je eigen berekening controleren, voordat je de getallen doorstuurt naar de klant. Met een berekening kun je laten zien dat je getallen zijn onderbouwd en welke keuzes je hebt gemaakt.

Mijn tips:
• Schrijf de berekening volledig uit
• Schrijf bij iedere bouwlaag op welke het betreft.
• Schrijf bij iedere uitkomst op welk soort gebruiksoppervlakte het is.
• Schrijf netjes en ga niet krassen.
• Bewaar de berekening in een archief.

Fout 4: Geen realiteitscontrole

Een appartement met een gebruiksoppervlakte van 400 m2. Een bouwlaag van 25 m2. Een eengezinswoning met 3 bouwlagen heeft een berekende inhoud van 150 m3. Al deze getallen zouden je aan het denken moeten zetten.

Controleer per bouwlaag of het getal wel reëel is. Als uitgangspunt kun je voor een gemiddelde eengezinswoning de volgende getallen aanhouden:
130-180 m2 gebruiksoppervlakte (alle soorten opgeteld)
320-460 m3 bruto inhoud

Hogere wiskunde

Het uitrekenen van een woning is geen hogere wiskunde. Je kunt het je wel erg lastig maken en dat is niet nodig, zolang je je houdt aan de bovengenoemde tips.

Heb jij nog tips voor het maken van de berekeningen? Geef ze dan hieronder in het commentaarveld.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *