Gebruik jij de term BVO ook verkeerd?
[anti-select]
Dit blogartikel is wel van toepassing op de Meetinstructies – versie 2016.
Dit blogartikel is wel van toepassing op de Meetinstructies – versie 2018.
Dit blogartikel is wel van toepassing op de NEN2580:2007/C1:2008.
Een aantal meetbureaus wil zijn klanten, vaak de makelaars, breder informeren door naast de diverse gebruiksoppervlakten en bruto inhoud, ook nog wat gedetailleerde getallen van de woningen te geven. In hun ijver zie ik dan vaak dat verkeerde termen gebruikt worden.
Wat zie ik dan vaak verkeerd benoemd?
Inmeetbureaus geven ten onrechte de term ‘BVO’ aan op de meetrapporten. Hier zou het lange woord ‘totale verdiepingsoppervlakte’ behoren te staan. Even voor de duidelijkheid, ik heb het hier over meetrapporten opgesteld volgens de Meetinstructies.
De twee grootheden lijken wel veel op elkaar. Is het dan erg dat BVO verkeerd gebruikt wordt? Het kabinet zal er inderdaad niet om vallen, maar het gaat er om dat je weet waar je het over hebt als professional. En dat je dus als deskundige wordt beschouwd. Het gaan om jouw geloofwaardigheid en dat is wel degelijk belangrijk.
Ik zal het verschil hieronder uitleggen.
Verschil tussen BVO en totale verdiepingsoppervlakte
De omschrijvingen van de beide oppervlakten laten het verschil zien.
Totale verdiepingsoppervlakte
‘Meet de totale verdiepingsoppervlakte door langs de buitengevels te meten. Meet inclusief buitenmuren, binnenmuren, vides en trapgaten etc. ‘
Bron: Meetinstructie Bruto inhoud woningen, versiedatum: januari 2016
Bruto vloeroppervlakte, afgekort BVO
‘De BVO van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.
Bij de bepaling van de BVO wordt niet meegerekend een schalmgat of een vide, indien de oppervlakte daarvan groter is dan of gelijk is aan 4 m2.’
Bron: NEN 2580 (nl) Oppervlakten en inhouden van gebouwen – Termen, definities en bepalingsmethoden, versie mei 2007 (inclusief C1:2008)
In grote lijnen staat er ogenschijnlijk hetzelfde: je meet langs de buitengevels. Alleen bij het BVO trek je daar dus nog vide en schalmgaten met een oppervlakte groter dan of gelijk aan 4 m2 vanaf.
Deze twee soorten oppervlakten zullen in veel woningen inderdaad hetzelfde aantal meters geven.
Maar er is nu eenmaal afgesproken dat bij de Meetinstructies gesproken wordt over het totale verdiepingsoppervlakte en niet meer over BVO. Daarnaast ga je flink de mist in als je de onderstaande woning treft. En dat wil je voorkomen, toch?
Bruto Inhoud
De BVO en totale verdiepingsoppervlakte gebruik je om de bruto inhoud van panden te berekenen.
Bij de Meetinstructies vermenigvuldig je vervolgens de totale verdiepingsoppervlakte met de bruto hoogte. Bij eengezinswoningen tel je daar de inhoud van de laagst gelegen vloer bij.
De bruto inhoud bij NEN 2580 panden is het product van het BVO, vermeerderd met de oppervlakten van de vides en schalmgaten, die elk afzonderlijk groter zijn dan of gelijk zijn aan 4 m2, en de bruto hoogte. Ook hier tel je de inhoud van de laagstgelegen vloer op.
Dit is de kort door de bocht uitleg! Voor de exacte methoden verwijs ik je naar de NEN 2580 en de Meetinstructies zelf.
Happily ever after
Het komt op het eind, bij de inhoudsberekening, dus altijd goed. Maar kunnen we afspreken dat jij voortaan gewoon de term BVO hanteert bij NEN 2580 berekeningen? En de term ‘totale verdiepingsoppervlakte’ bij NEN 2580 Meetinstructies?
Als je dit stuk interessant vindt, zou ik jouw reactie in de commentaarveld leuk vinden 🙂
Bonnie Allart is de eigenaar van Bonstaete. Zij geeft de cursussen NEN 2580 en Floorplanner, daarnaast ook de bouwkundige trainingen.
Is zeker een interessant stuk om te lezen. Het houdt je scherp op de vele valkuilen.
Hoi Bonnie,
Vreemd dat men geen Excel heeft gemaakt om het voor allen te vereenvoudigen.
Wat wel, wat niet etc.
Misschien een uitdaging voor je?
Hoi Erik,
Op zich een goed idee. Ik heb er wel een kanttekening bij.
Een excel-bestand met bijbehorende achterliggende formules kan wel veroorzaken dat mensen zonder nog verder na te denken die excel in gaan vullen. En dat er daardoor fouten gemaakt gaan worden. Ook zijn de Meetinstructies niet helemaal zwart-wit. Er zijn heel wat grijze gebieden, waar je als professional zelf een goede overweging moet maken en niet dat de computer dat klakkeloos voor je gaat doen.
Het lijkt mij dat er al heel wat excelbestanden voor de meetinstructies gemaakt zijn, echter allemaal voor intern gebruik. Ik heb er enkele onder ogen gehad, die waren alleen met kennis van zaken in te vullen anders zou het fout gaan.
Bij de tekst van de Meetinstructies hoort ook nog een opnameformulier, genaamd ‘Opnameformulier gebruiksoppervlakte’ en ‘Opnameformulier Bruto Inhoud’. Het zijn pdf’s, maar hier staan wel de juiste termen in genoemd. Ik heb deze bestanden per e-mail naar je toegestuurd.
Als jij, als lezer ook deze opnameformulieren wilt, kun je dat in het commentaarveld hieronder aanvragen.